donderdag 17 maart 2016

18. Mijn revalidatie traject ~ Vijfde keer PB.

18. Vijfde keer PB.

Samen met Ro bij Eline.

Donderdag, 17 maart '16.


Gelukkig heeft mijn man na vanmorgen genoeg energie om met me mee te gaan, zodat we samen naar Eline toe gaan. Altijd prettig wanneer hij bij me is. Zo is het ook afgesproken, maar ook omdat we weer iets nieuws zullen gaan proberen. Daarbij wordt ook zijn hulp een beetje verwacht, dus is het handig wanneer hij zelf kan vertellen of dat voor hem goed voelt of niet. Daarbij kent hij me als geen ander ooit gedaan heeft, dus kan hij me feilloos aanvullen waar nodig of gewenst.
Zijn gesprekje met Martin is nog maar nét klaar en zitten niet lang in de wachtruimte, voordat Eline ons komt ophalen. Ook zij is blij verrast dat Ro met me mee is gekomen.

Wanneer we zitten, komt het al snel op het onderwerp "afgelopen week". Mja, die is nogal heftig geweest en Eline vraagt direct of ik nu wel kan doorzetten, en hoe ik dat dan voor ogen heb. Ik vertel dus ook haar, dat ik het meeste op zie tegen deze gesprekken, omdat die me amper meer opleveren dan frustraties en verdriet. In het kader van grenzen aan geven, lijkt het mij dan het meest logische dat ik deze sessies dan zou willen skippen, zodat ik de rest wel kan volhouden. 
Er is dan wel een probleem en dat is onder andere dat het psychische stuk het meest belangrijke in het geheel is, maar ook dat de verzekering misschien niet alles meer zal gaan vergoeden wanneer dat weg valt, omdat het pakketje dan niet meer volledig genoeg is.
Dan is het voor mij belangrijk dat de stappen die er gezet moeten worden zo klein moeten zijn, dat het bijna onnozel lijkt. Anders hou ik dit niet vol, niet zoals het tot nu toe ging in elk geval.

Ik kan op haar vraag of ik vooruitgang merk bij alle sessies amper antwoorden. Maar wat ik er wel uithaal zijn een aantal inzichten. Zoals wat gister bij Roelien gebeurde, dat ik merkte dat het twee jaar terug mis ging met mij, doordat ik fulltime van mezelf moest werken.
Dit is dan ook gelijk het uitgangspunt wat ze aan wil pakken. Door vragen te stellen over hoe ik dan van alles deed, voordat ik de mist in ging. Kijken of we terug kunnen naar die periode. Ik luisterde toentertijd veel beter naar mijn lichaam, kon redelijk veel in huis doen, mijn boodschapjes, het sociale deel bijhouden, ik had voor zover mogelijk mijn handicaps bijna volledig geaccepteerd. 

Tijdens het gesprek heb ik het gevoel dat ze de containerbegrippen zoveel mogelijk probeert te ontwijken, en wanneer ik het zelf niet helemaal meer volg, kan ik redelijk makkelijk vragen wat ze precies bedoelt.

Wat we vanaf nu gaan doen, is op zoek gaan naar wanneer ik over mijn grenzen ga.
Dat wil zeggen, dat ik ze allereerst moet gaan herkennen. Daarna pas erkennen en daarna dan pas weer mijn gedrag op aanpassen. Die stappen heeft Eline niet zo benoemd, maar alleen de eerste stap.  Ro gaat me daarbij helpen. Het gaat om de dingen die ik in de keuken doe. Daar gaan we mee van start. Ik zal er meer over uitleggen.

We hebben geen grote keuken en zelfs een redelijk klein aanrecht. Die heb ik het liefste zo leeg en schoon mogelijk, de hele dag door. Anders irriteer ik me wanneer ik eerst een mini stukje moet vrijmaken door vuile vaat te stapelen of te ordenen, en een klein hoekje kan schoonmaken, en daarnaaaaaaaaa pas een boterham te kunnen smeren, laat staan het eten (voor-)bereiden. Of thuiskomen en de boodschappen niet op het aanrecht kunnen zetten, zodat ik niet hoef te bukken en gelijk kan gaan opruimen. 

Wanneer ik dingetjes op het aanrecht zie, maakt me dat onrustig. Dat is overal eigenlijk zo, maar vooral in de keuken. Dan zie ik ook het fornuis met één of meerdere pannen die nog leeggegooid, afgewassen mogen worden, of in de vaatwasser kunnen.
Als ik dat al ga aanpakken, zie ik elke druppel of spetter op het fornuis zelf, grrr.
Spik en span, dat geeft rust, voelt zo lekker opgeruimd en fris.
Het grote probleem is dan dat ik door de artrose in mijn handen amper nog kan schoonmaken. Poetsen lukt niet, uitwringen van een lapje ook niet, maar afwassen van één pan is al te zwaar. Laat staan het fornuis boenen....
Toch kan ik het soms niet tegenhouden en wint mijn verlangen naar schoon het van mijn verstand. Dan ga ik tóch aan de slag en frot ik mijn gevoel heel diep weg. Niet de oplossing om het toch te doen, maar zoals ik al zei, soms wint het verlangen. Dat gaat trouwens zonder het me bewust te zijn, ik denk niet vooraf: "Ik ga het toch gewoon doen, dan maar pijn!" .  Pas wanneer mijn vent dan plots tegen me zegt: "Lief....?", dan weet ik pas hoe laat het is. Te laat dan, letterlijk. De grens voorbij.

De kunst is dat ik nu vooraf (!!!) ga bedenken, dat ik de keuken wel mag gaan opruimen, en eventueel een beetje schoonmaken, maar dan wel met heel veel pauze momentjes.
Niet stomweg doorgaan, maar in twee of zelfs drie delen de vaatwasser leegruimen. 
Tussendoor elke keer minstens een half uur gaan zitten en ontspannen. Dat zou al een hele stap voor me zijn. In tweeën lukt me nu al regelmatig, maar ik moet nóg een stap terug doen.... (haha, tijdens het schrijven zit ik al heel diep te zuchten, merk ik, lol)
Oké, dus..... het aanrecht leegruimen en gaan zitten. Na een (half) uurtje (ligt een beetje aan hoe mijn dag is, wat mijn lichaam wel of niet kan), mag ik het aanrecht schoonmaken. Wederom zitten en rusten / ontspannen. 
Kortom... veel en veel meer alle stapjes verdelen over de dag. Sneller remmen. Niet voelen alsof ik dan faal. Luisteren naar mijn lichaam. Niet te veel achter elkaar willen doen. Stoppen vóórdat ik een grens over ga.

Wat me vooral opvalt vandaag, is dat wanneer ik zeg dat ik nagenoeg niks in huis kan doen, of op z'n minst ernstig weinig, dat Ro dan begint te schudden met z'n hoofd. Hij vindt namelijk dat ik best nog wel veel doe. Mijn lat leg ik dus nog altijd veel en veel te hoog. Alles wat minder is, voelt negatief.
Het gaat wel al beter, ik bedoel.... ik kijk al regelmatig met een positief bijna trots gevoel, wanneer ik iets heb kunnen doen, zonder al te veel pijn of vermoeidheid achteraf.
Maar helaas is dat nog lang niet altijd zo. 

Laat ik zeggen, in opvolging van de zwemles gisteren....
Ik denk nog te vaak dat ik al kan zwemmen. Maar veel meer dan gezellig spartelen is het nog niet. Heel af en toe maak ik prachtige slagen, maar al snel daarna ga ik BLUB.... kopje onder.
Nu ga ik van Ro zwemles krijgen.
Wanneer ik de keuken in ga, en ik neig te lang door te gaan, zal Ro alleen maar zeggen:
"Lief...?" , en daarna niets meer. Ik moet dan direct stoppen met wat ik aan het doen ben. Mag niet nog verder na pruttelen, maar gewoon gelijk stoppen en ontspannen.
In de termen zwemles... ik mag proberen te gaan zwemmen, maar zodra ik ga spartelen, zal Ro me een reddingsboei toewerpen. Ik moet die dan gelijk grijpen, want alleen op die manier kan ik proberen te voorkomen dat ik kopje onder ga. 



Ik wist al een hele lange tijd, dat Ro super veel voor me betekent. Dat hij mijn alles is.
Nu is hij officieel benoemd tot mijn zwemleraar. Ik heb nog nooit zo'n knappe trainer gehad!!!  :-p
Ik ga m'n stinkende best doen. Ik ben het verdrinken spuugzat.
Kom op zeg, ik heb in mijn jeugd wedstrijdzwemmen op Nederlands topniveau gedaan,
dan moet ik toch kunnen voorkomen dat ik nu ga verdrinken??!?
"Ja, Meester, ik zal proberen om zonder mopperen jouw reddingsboei vangen, wanneer je werpt om mij tot de orde te roepen."

Tot morgen!  ;-)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten